Panjoel @ Brasserie Rita

De datum was zaterdag 8 oktober, en hoewel inferieur aan pak 'm beet een vrijdagavond 7 oktober, het was de hoogste tijd om gezellig rond de tafel te gaan zitten en te genieten van een goed gesprek onder het genot van culinair verantwoorde hapjes en drankjes. De organisatie zou dit keer Tim ten deel vallen, ware het niet dat hij zich onverhoopt genoodzaakt zag het spreekwoordelijke stokje te moeten overdragen. Protocollair gezien zou dat stokje naar Nick gaan, maar blijkbaar had zijn veto tijdens de datumprikkerstemming weinig indruk achtergelaten, waardoor Dion het spreekwoordelijke stokje in zijn gezalfde handen gedouwd kreeg. Dion, die aangeeft geen actieve herinnering te hebben aan de bewuste stemming, was gelukkig het stokje niet verloren, liters van het lichaam van Christus ten spijt. Afijn, deze openbaringen daargelaten, we wisten dat we regionaal zouden neerstrijken dankzij de organisatie rustende op de behaarde schouders van onze Messias Dion.

De middag vorderde, en een eerste ultimatum werd geponeerd: zeventienuur dertig, Trafelgar Pub Eindhoven. Rik eist de verantwoordelijkheid op en de klok tikt, maar geen paniek, dergelijke deadlines zijn normaal gesproken te halen, zeker in de regio. Maar toen deed zich de eerste plotwending voor: een situatie in de aanrijdingssfeer ontregelde het treinverkeer en zorgde voor een verkeersinfarct van jewelste, en naast alle festivalgangers werden ook de weekendalcoholisten hierdoor direct gedupeerd. De deur tot deur reistijd explodeerde en een moderne stad als Eindhoven meet zich prompt aan een onbereikbaar gat als een, zeg, Veurscheuten.

Een lichte paniek wordt code geel: een half-zes treffen in de Trafelgar wordt niet meer bij naam genoemd. In plaats daarvan wordt er gesproken over busreizen, welke ondanks hun notoir zure urinewalmen toch als plausibel reisalternatieven worden overwogen. Ondertussen wordt er ook driftig gebeld om ad hoc een fietstocht aan te vangen. Sander fietst gehesen in driedelig kostuum impulsief vast richting Oirschot om van daaruit nog de twee opties: een lange busreis of een dito-lange fietsreis beschikbaar te houden om ten minste de dinertafel te kunnen bereiken. Terwijl de raderen draaien bereidt Sander een motie van wantrouwen jegens de organisatie voor, want al mag er dan misschien sprake zijn van overmacht, de organisatie schittert door afwezigheid. Geen reactie, geen alternatief reisplan, geen enkele suggesties om het evenement door te kunnen laten gaan, nog geen sprankje empathie, hoop, perspectief, witte rook, niks. Zo heeft Rietje die jongen toch niet opgevoed zeker? Hecht hij dan geen enkele waarde aan het gezelschap dat naast de illustere voorganger die avond uit Mike, Rik, Erik en Sander zou moeten bestaan? Om nog maar te zwijgen over de verspilde moeite van het uitzoeken van een culinaire uitspanning van naam. En wat voor naam: brasserie Rita. Naar eigen zeggen zijn keuze omdat het verhaal van de "patrones van de hopeloze gevallen en onmogelijke zaken" hem aanspreekt. Het móet wel leedvermaak zijn wat hem aanspreekt. De stalen ros voelt de frustratie en Oirschot komt rapper naderbij.

Op een zeker moment fiets Sander een gebied binnen waar telefoonverbindingen weer mogelijk zijn. Een SMS van een gemist telefoontje geeft goed nieuws, Sailfish OS 4.4.0.72 is ondanks de beta-implementatie van 4G LTE-bellen op een cruciaal moment een keer bereikbaar. Erik geeft ook goed nieuws door: Rik slingert zijn automobiel aan en rijdt via Oirschot rechtstreeks naar Brasserie Rita. Het zal erom spannen, maar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zullen de drie van ver nipt op tijd ter plaatse zijn. En zo geschiedde. De keerzijde van de medaille ontvouwt zich ook: voor Rik blijkt de onvoorziene derde reisoptie zijn enige optie. Hij blijkt ten prooi te zijn gevallen aan een ongediagnosticeerde medische aandoening, en is spaarzaam met zijn energie om te voorkomen dat hij voor het eerst sinds zijn inauguratie de handdoek in de ring moet gooien. Dat Erik en Sander een ernstig biologisch besmettingsgevaar lopen doet niet ter zake: het doel om op tijd te arriveren kreeg snel de codenaam "Rietah met die dikke tietah" en dat doel heiligt de middelen.

En zo geschiedde. Deze wending in de transportqueeste zag niemand aankomen, zelfs niet de Trafelgar-Pub-ultimatumsteller, die achteraf gezien handelde in een vlaag van euforie die symptomatisch verbonden bleek met een darmlediging. Diezelfde Rik stuurt nu met het zweet op zijn voorhoofd de blauwe automobiel vaardig naar het meest nabijgelegen parkeervakje. Onderweg slaat de schrik alle inzittenden om het hart: bijna hadden ze hun foodblogger van zijn blitse pakjedragerloze fiets gereden, ware het niet dat alle verkeerslichten mutueel exclusief opereren en alle verkeersdeelnemers zich keurig aan de regels hielden. Desalniettemin, het ondenkbare komt toch even dichtbij mocht één van beide condities hebben gefaald, want dan waren ze vanavond met vier tafelgangers. Afijn, hypothetisch geneuzel terzijde, de prompte degradatie van stad naar gat had een onverwacht voordeeltje: voor het parkeervakje hoefde slechts 1 euro per uur betaald te worden.

Na een korte voettocht langs wat de leveranciersingang lijkt, bereiken de drie als eerste de locatie. Een kastelein die zomaar Rietah had kunnen heten kruit net een leeg krat Westvleteren naar buiten. Een korte woordenwisseling leert dat de Westvleteren niet bij het restaurant verkrijgbaar is, en dat de kille betonnen pui helaas wel het restaurant is in plaats van het idyllische pand dat erom heen staat. Of ze Ritah heette deed niet meer ter zake, we benen het pand binnen. Dat onze gastheer Dion en foodblogger Mike - nota bene inwoners van dit onbereikbare gat - nog niet ter plaatse zijn maakt zowel de teleurstelling als het slotwoord van de motie van wantrouwen compleet. Nou, daar komen ze aan hoor. Wat de één aan imposante haarpracht onder zijn kin heeft hangen mist de ander op zijn kruin. De kledingkeuze is ook allesbehalve wat van twee metropolische mannen verwacht mocht worden, maar het zij ze vergeven in deze crisissituatie. Het amicale welkomstwoord dat volgt is zo minimaal dat het poneren van de motie van wantrouwen kon beginnen, ware het niet vanwege een plotwending: de verlichting begint te knipperen, de realisatie dat Dion met zijn leed in zijn onderrug dan wel te voet, dan wel met een bus heeft moeten reizen, de signalen schreeuwen: keer de andere wang. Want ach, wat is het toch een schitterend weerzien. Er wordt gelachen, de kille serre vult zich met warmte, het gezelschap is compleet en wat doet dat eigenlijk korte reisje er nog toe? We zijn er en het culinaire avontuur kan beginnen.

Nu moet gezegd, er was een ongemakkelijke verstandhouding met het personeel. Misschien omdat het personeel jong en een tikje onervaren overkomt, misschien omdat een alleenstaande net het woord dildo in de mond neemt tijdens het passeren van de ober, het is niet te lezen door de simultane frons en glimlach van dezelfde ober. Het volume is nog laag, maar de toon is gezet. Onze foodblogger neust ogenschijnlijk professioneel maar met een jeugdig elan aan zijn gekozen aperitief, een witte wijn van Italiaanse makelij, en de verwarring bij de ober is compleet. Hij zal blij zijn geweest dat hij geen menukaart hoefde toe te lichten, want één subtiele blik van Dion was voldoende voor het personeel om te herinneren dat de tafel was voorbestemd voor een zesgangenverrassingsmenu met bijpassende wijn. Na het aperitief presenteren de obers een drieluik van amuses die ontworpen zijn met een velerlei van ingrediënten bestaande uit onder meer kabeljauw, wortelmarshmellow, en een hartige bonbon, geserveerd van hoog (op een poot) naar laag (gedeeld schaaltje), maar niet voordat de bijpassende ademende en op dronk geoxideerde droge witte wijn ietwat ongemakkelijk werd toegelicht. Wellicht dat het gezelschap niet nalatig was om de ober het nodige wijnjargon toe te dichten dat zich niet beperkte tot "aardse tonen". Een culinaire ervaring rijker en met een kladje witte wijn in het glas eindigde de eerste gang. De reis had de mannen blijkbaar dorstig gemaakt, en het scheelde dat de obers vlot waren met het inschenken van de volgende witte wijn welke perfect zou passen bij het brood van de tweede gang. Ongedefinieerde maar ruime tijd later, ongeveer wanneer de glazen bijna leeg waren, brachten de obers een aantal bijzondere broodjes ter tafel.

Gelukkig zit het gezelschap zelden zonder gespreksstof, en de materie is wijds dit keer, Moby Dick wijds. Het mag geen verrassing zijn dat er naast actuele zwaarwegende onderwerpen zoals de situatie in Oekraïne, de crisis-situaties in eigen land die gerelateerd zijn aan de hoge energieprijzen, inflatie, personeelsgebrek en de invloed daarvan in de werksfeer, ook wordt er gesproken over meer algemene onderwerpen zoals cryptovaluta (Mike visualiseert dat hij graag wappert met grote flappen), het astronomisch dure etentje in Veurscheuten, dat Nick nóg ziek is van het onderspouwen van zijn eigen wagen, Dawy, atoomklokgestuurdepolshorloges, het paardenleven van Dion, Sander die ooit een borsthaar had, Erik's fascinerende festivalavonturen. Het gaat alle kanten op, en het is zo mateloos interessant dat zelfs de ober weer meeluistert wanneer Mike zijn verbazing deelt dat op Bol.com de combi-deal van twee natuurgetrouw gefabriceerde dildo's van klikoformaat met de naam Moby Dick meer dan twee keer duurder is dan een enkele variant.

Het zal daarna een kleine eeuwigheid duren vooraleer de obers durven komen uitleggen wat voor bijzonder brood er op tafel ligt. Dion moet zich inhouden om niet het perpetuum mobile te worden dat recursief al het brood in tweeën blijft breken. Ondertussen begint het ontvouwen van de oorzaak van een aantal fenomenen: de tijd lijkt maar langzaam te verstrijken, het licht flikkert nog steeds geregeld, we zijn nog steeds niet het luidste gezelschap, en we kijken om naar een aantal vrouwen een tafeltje verderop. Het aantal laat zich niet in eenheden uitdrukken, want de massa, omvang en volume gaat alle gangbare uitersten van een anatomisch verantwoord lichaam voorbij. Het gezelschap redeneert dat alleen een voorbijtrekkende zwaartekrachtgolf alle opmerkelijkheden fysisch kunnen verklaren wanneer ze weer even moeten passeren om buiten te gaan roken. "Heb je het ooit zo zout gegeten?" moet onze foodblogger gedacht hebben, terwijl iedereen ervan opkijkt hoe hij de gehele strooizoutvoorraad van Eindhoven op zijn bordje met olie mikt als smaakversterker voor het brood. Om het maar niet te laten verpieteren durft het gezelschap de gok te wagen dat de obers geen broodbetoog meer komen houden.

Zonder teveel te verklappen van het verrassingsmenu melden we dat gang drie en vier bestonden uit een collectie van heerlijkheden van krokantjes, frisjes, moesjes vergezeld van zowel vlees (buikspek, kwartel) en vis (kabeljauw, zalm). De bijpassende wijnen kleurden inmiddels van wit naar rood. Tijdens de vierde gang staakt de tot dan toe stille Rik het culinaire avontuur op last van een dringend ultimatum van diens gekaapte verteringsstelsel. Zijn vierde gang wordt door zijn tafelgenoten sneller verdeeld en verorberd dan dat kaas er vallend uit een vliegtuig over kan doen om beneden op een bord te belanden.

De laatste twee gangen worden fantastisch afgesloten met eerst een zoet dessert en daarna een kaasplankje, de eerste vergezeld met een witte dessertwijn dat tegen port aanschurkt, gevolgd door een rode port zoals we daar eigenlijk al heel de avond naar uitkijken. De port gaat goed samen met het palet van kaas dat veelal van Nederlandse bodem komt, of uit het zuiden komt maar met connecties met Nederland. Mike doet nog een paar dappere pogingen om het geluidsniveau op te krikken door "compote" te schreeuwen. De stem imiteert sterk een mime van een niet zo inclusieve vrouw die oproept om minderheden te slaan, met stokken nog wel. De mime en de compote passeren nog meermalen de revue, maar de stembanden krijgen weinig competitie meer. De zwaartekrachtgolf was voor de laatste maal voorbij getrokken. We nuttigen nog een onbekende cognac, welke misschien maar beter onbekend moet blijven. We besluiten alvast de volgende keer een whisky te nemen.